Woorden als ‘winterklaar‘ of ‘lenteproof‘; daar krijg ik altijd een beetje jeuk van. Deze woorden klinken alsof je weekenden lang aan het werk bent in de tuin, totdat je er eindelijk van kunt gaan genieten (en het dan begint te regenen, terwijl je net voorzien bent van een dikke laag zonnebrand, een spannend boek en een lekker ‘bakkie koffie’).
Als je het slim aanpakt, hoef je je tuin niet ‘klaar’ te maken, hoef je niet bij de eerste beste zonnestraal naar het tuincentrum te rennen (sowieso geef ik dan de voorkeur aan de plaatselijke kwekerij) en kun je er ieder gewenst moment van de week of dag van genieten!
1.Basis:
Zorg voor een goed tuinontwerp; denk aan beplanting voor alle seizoenen, maak gebruik van de gehele tuin (dus niet alleen de zijkanten), ga de hoogte in en kies voor niveauverschillen, zorg dat de tuin niet in een keer te overzien (hierdoor lijkt de tuin automatisch groter), zorg dat de beplanting op de juiste plaats staat qua zonuren en qua grondsoort.
Als je er echt niet uitkomt, schakel hulp in! Een goed tuinontwerp kost (uiteraard) geld, maar je zult er maximaal plezier van hebben. Eventueel kun je ook alleen een beplantingsplan laten maken, en daarna zelf de beplanting aanschaffen en planten.
2.Maak optimaal gebruik van de seizoenen:
Lente:
– De bloembollen die je in de herfst hebt geplant, zullen nu gaan bloeien. Ze zorgen meteen voor dat heerlijke, frisse lentesfeertje! (zonder dat je daar iets voor hoeft te doen).
– De bladhoudende planten (bijvoorbeeld Skimmia’s, Herfstanemonen en Hertshooi), zullen er ook nu al voor zorgen dat de tuin voelt als een groene plek waar je al in het vroege voorjaarszonnetje lekker kunt ontspannen.
–De insectenhotels (die je ook in de winter laat hangen) zullen bij de eerste zonnestralen en warmte al druk bezocht worden. Zorg er tevens voor dat er voldoende planten/bloemen in de tuin zijn die insecten aantrekken. Zo heb ik bijvoorbeeld een Viburnum tinus onder de insectenhotel geplant; die is het hele jaar door groen (en bloeiend in de winter) en trekt ook nog eens insecten en vogels aan.
Zomer:
– De plekken die vrijkomen doordat de tulpen, narcissen etc zijn uitgebloeid, kun je gebruiken om (eenjarige) zomerbloeiers te planten (die je zelf begin van het voorjaar heb gezaaid op de vensterbank of in de kas)
– Ga voor (eenjarige) zomerbloeiers met een lange bloeitijd, zodat je er extra lang van kunt genieten.
– De zomerbloeiers (die je zelf gezaaid hebt) kun je ook, afhankelijk van het soort, prima in pot planten, om zo een terras of bepaalde hoekjes in de tuin nog gezelliger te maken.
Herfst:
– Afgevallen blad laat je in de borders liggen (wel even zorgen dat het gras vrij is van blad, anders kan het ‘verstikken’).
– Ook de uitgebloeide planten laat je lekker met rust. De zaaddozen zullen als voer voor de vogels dienen of als schuilplaats voor insecten. Daarnaast zijn ook uitgebloeide planten/bloemen prachtig om naar te kijken!
– Kies voor planten die lekker opvallen qua blad. Wanneer de zomerbloeiers uitgebloeid beginnen te raken, zullen de prachtige bladplanten het stokje overnemen.
Winter:
– Kies voor vaste planten/struiken/bomen die ook in de winter hun blad behouden en vergeet ook de winterbloeiende beplanting (zoals Viburnum tinus) niet!
–Winterviolen zorgen voor lekker veel kleur, juist nu andere planten/bloemen uitgebloeid zijn. Als je regelmatig de uitgebloeide bloemetjes verwijdert, kun je er tot wel eind mei van genieten (en heb je in het voorjaar ook meteen een lentesfeer in de tuin, zonder dat je daarvoor naar een tuincentrum hoeft te rennen).
-Gebruik diverse plekken om de vogels te voeren (hangend of staand) en hang de nestkasten op. Zo kunnen de vogels alvast ontdekken waar ze misschien volgend jaar willen gaan broeden.
3.Laat de tuin het werk doen
Krijg niet meteen stress bij het ontdekken van bijvoorbeeld bladluis. Deze trekken namelijk weer lieveheersbeestjes of pimpelmeesjes aan en van die gedachte word je toch meteen weer vrolijk?
Ook het afgevallen blad in de borders kun je lekker met rust laten, dit zorgt namelijk voor een goede bodemstructuur en daarnaast zijn de insecten blij met deze fijne schuil/nestelplaats.
Denk bij het woord ‘tuin’ niet meteen aan ‘heel veel snoeiwerk’. Zo heb ik mijn haag van Skimmia’s nog nooit gesnoeid, ben ik met een klein half uurtje klaar met het snoeien van de Hortensia’s en ook de prachtige Viburnum bodnantense ‘dawn’ laat ik (op wat dode takken of takken die tegen elkaar aan schuren) lekker met rust.
Zorg ervoor dat de tuin geen kale vlakte wordt; hierdoor droogt de grond uit en heeft onkruid (bonuskruid) vrij spel. Ga voor voldoende beplanting (vergeet niet om rekening te houden met voldoende plantafstand). Kies voor de ruimte onder bomen bijvoorbeeld voor bodembekkers; die houden de grond vochtig en geven onkruid geen kans. Win-win!
Wees niet te streng voor jezelf; onkruid tussen de tegels geeft een natuurlijke uitstraling, raak niet in paniek als je een bepaalde plant toch niet in leven kunt houden (kijk dan gewoon naar wat het wel goed doet in jouw tuin) en rommelhoekjes zijn juist een walhalla voor insecten.
GENIET!